Reglement WSB

Uitgelicht:   aftrekregeling vanaf seizoen 2023 - 2024

 

Tabel die toegepast wordt voor de A-klasse en B-klasse opgelegd schieten

Opgelegd geschoten  Aftrek Wedstrijd resultaat
120 5 115
119 5 114
118 4 114
117 4 113
116 3 113
115 3 112
114 2 112
113 2 111
112 1 111
111 1 110
110 0 110

Lager opgelegd geschoten resultaat:  geen aftrek

 

  • In het schietboekje staat een -O- achter een schutter vermeld indien hij opgelegd schiet.
  • Schutters die opgelegd gaan schieten en nog niet staan vermeld in het boekje, op het wedstrijdformulier vermelden.
  • Men kan ook tijdens de competitie opgelegd gaan schieten maar komt dan niet meer in aanmerking voor de individuele prijzen aan het eind van de competitie.
  •  Artikel 34 en 35 tijdelijk niet van toepassing. Wedstrijd reglement wordt aangepast na het seizoen.

Reglement WSB

 

                                         

SWScan00007


Winterswijkse Schietbond



Opgericht 16 september 1932


Statuten en reglementen


Vastgesteld: Alg. Ledenvergadering 3 juni 2002



                                                                                                                          Uitgave 01-08-2023   


Inhoudsopgave


Revisie notes

10-01-2000

Overgetypt vanuit officiële boekje

13-04-2001

Bewerking huish. Reglement

14-06-2001

Afsluiting bewerking wedstrijd reglement O.V., Diopter, algemene regelen

25-11-2001

Resultaat na 1e afg. Verg. van 19-11-01

20-02-2002

Versie voor 2e afg. Verg. van 25-03-02

05-04-2002

Versie na 2e afg. Verg. van 25-03-02

03-06-2019

Goedgekeurd door de ALV

01-09-2003

Wijziging art. 26 huishoudelijk reglement

03-06-2019

Wijziging art. 4 wedstr. regl. O.V.

03-06-2019

Wijzigingen Wedstrijdreglement, goedgekeurd door de ALV 

03-06-2019

Wijzigingen wedstrijdreglement opgelegd schieten en zittend schieten

03-06-2019

Wijzigingen invallers  



  1. Statuten W.S.B.


Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van 14 april 1976, no.  74 EV 888


VERENIGING: Winterswijkse Schiet Bond, te Winterswijk


Naam, zetel en duur.



  1. Benaming

De bond draagt de naam de Winterswijkse Schiet Bond, afgekort de W.S.B. en is gevestigd te Winterswijk.


  1. Oprichting

De W.S.B. is opgericht op 16 september 1932


  1. Duur

Te rekenen van 16 september 1972 af, is de duur van de W.S.B. nader vastgesteld voor de tijd van 29 jaar en 11 maanden, derhalve eindigende op 15 augustus 2002.


  1. Doel

De W.S.B. stelt zich ten doel het behartigen van de schietsport in de meest algemene zin, met inachtneming van de hiervoor ter zake uitgevaardigde voorschriften. Voor zover het schieten met vuurwapens betreft met inachtneming van de daaromtrent voor de Koninklijke Landmacht geldende voorschriften.


  1. Middelen

De W.S.B. tracht dit doel te bereiken door het geven van instructies, het houden van wedstrijden en alle andere geoorloofde middelen, die daartoe bevorderlijk zijn.


  1. Leden.

De W.S.B. bestaat uit leden, zijnde de aangesloten schietverenigingen, welke verenigingen de rechtspersoonlijkheid bezitten.


  1. Lidmaatschap 

  1. Het lidmaatschap van een vereniging wordt verkregen na schriftelijke aanmelding en ballotage.

  2. Geen lid kunnen worden, die verenigingen en verenigingsleden, die van revolutionaire gezindheid blijken te zijn.


  1. Beëindigen lidmaatschap

Het lidmaatschap eindigt door:

  1. Schriftelijke opzegging voor het einde van het bondsjaar.

  2. Royement wegens wanbetaling van contributie.

  3. Royement wegens handelingen in strijd met de statuten, reglementen en door de W.S.B. genomen besluiten.


Beslissingen hieromtrent worden door het bestuur genomen.


  1. Geldmiddelen

De geldmiddelen van de W.S.B. bestaan uit:

  1. Een jaarlijkse contributie, te betalen door de aangesloten leden waarvan het bedrag jaarlijks bij contributiebesluit wordt vastgesteld.

  2. Andere inkomsten.


  1. Bestuur

Door de algemene ledenvergadering, nader aangeduid als ALV, wordt een bestuur gekozen van tenminste 3 leden, hetwelk met de leiding van zaken betreffende de W.S.B. is belast. 

De wijze van samenstelling, verkiezing en aftreden wordt nader bij huishoudelijk reglement geregeld.


  1. Vertegenwoordiging

Het bestuur vertegenwoordigt de W.S.B, tevens kan zij één of meer van haar leden met de vertegenwoordiging belasten.

 

  1. Huishoudelijk reglement

Er bestaat een huishoudelijk reglement, vastgesteld in de ALV. Het mag geen bepalingen bevatten, die in strijd zijn met de statuten. Wijzigingen in het huishoudelijk reglement kunnen slechts worden aangebracht door de ALV en treden in werking op een door de ALV te bepalen datum.


  1. Bondsjaar

Het bondsjaar loopt van 1 juni tot en met 31 mei van het daaropvolgende jaar.


  1. Vergaderingen

De vergaderingen worden verdeeld in:

  1. algemene ledenvergadering, afgekort ALV;

  2. buitengewone algemene ledenvergaderingen;

  3. bestuurvergaderingen

  4. andere vergaderingen, één en ander bij huishoudelijk reglement.


  1. Macht algemene ledenvergadering

De ALV oefent de wettelijke macht uit. Besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen. Genomen besluiten in een ALV zijn voor het bestuur bindend.


  1. Wijzigingen van statuten

Besluiten tot wijzigingen van deze statuten kunnen alleen worden genomen in een ALV met een meerderheid van stemmen van 2/3 van het aantal aangesloten verenigingen.


  1. Ontbinding

Alleen een ALV, daartoe in het bijzonder bijeengeroepen, kan besluiten tot ontbinding van de W.S.B. met een stemmenmeerderheid van tenminste 2/3 van het aantal aangesloten verenigingen.


  1. Bezittingen bij ontbinding

Bij ontbinding van de W.S.B. wordt met haar bezittingen gehandeld volgens een door ALV genomen besluit, met inachtneming van artikel 1702 van het Burgerlijk Wetboek.



  1. Slotbepalingen

In gevallen, waarin noch door deze statuten noch door het huishoudelijk reglement wordt voorzien, beslist het bestuur.


  1. Ratificeren wijzigingen statuten

Wijzigingen in deze statuten treden in werking onmiddellijk nadat hierop de Koninklijke goedkeuring is verkregen.


Goedgekeurd bij Koninklijke besluit d.d.. 5 febr. Nr. 67

Mij bekend

De staatsecretaris van justitie.

Namens de Staatssecretaris

Het hoofd van de Hoofdafdeling Privaatrecht,

J. v. Rijn v. Alkemade.

  1. Huishoudelijk reglement

 

Waar in dit reglement de mannelijke vorm staat vermeld, wordt ook de vrouwelijke versie bedoeld.



  1. Benoemen voorzitter.

De voorzitter wordt elk jaar door de A.L.V.  benoemd.



  1. Benoeming competitie leider.

De competitieleider wordt elk jaar door de A.L.V. benoemd. 


  1. Aftreden.

De voorzitter en competitieleider  treden elk jaar af. De andere bestuursleden zijn om de 3 jaar aftredend volgens opgemaakt rooster. Alle bestuursleden en de competitieleider zijn terstond herkiesbaar met meerderheid van stemmen.

 

  1. Voorzien vacature.

Bij het ontstaan van een vacature wordt daarin voorzien op de eerstvolgende A.L.V.



  1. Aftreden, benoeming bestuursleden.

Als een zittend bestuurslid aftredend maar wel herkiesbaar is en er zijn geen tegenkandidaten, dan vindt herbenoeming automatisch plaats. Alle bestuursleden moet al hun bescheiden, de bond betreffende, binnen 7 dagen aan de opvolger overdragen.


  1. Kandidaatstelling.

De kandidaatstelling, op voordracht van de eigen vereniging, moet 2 weken voordat de A.L.V., welke na afloop van de competitie plaatsvindt, geschieden. De kandidaat dient lid te zijn van een bij de W.S.B. aangesloten vereniging.


  1. Tegenkandidaten.

Bij eventuele tegenkandidaten wordt beslist bij meerderheid van stemmen. Voor het geval bij de verkiezing van bestuursleden of competitieleider de stemmen staken, wordt bij staking na de tweede stemming het zittende bestuurslid of competitieleider als benoemd verklaard.


  1. Stem.

Elke vereniging heeft ter vergadering één stem. Wordt er over een bepaalde discipline gestemd, dan kunnen alleen díe verenigingen een stem uitbrengen waarbij de betreffende discipline wordt verschoten.


  1. Aantal ledenvergaderingen.

Er wordt jaarlijks één A.L.V. gehouden,  na afloop van de competitie. De A.L.V is voor alle leden van de aangesloten verenigingen toegankelijk.


  1. Aanvragen buitengewone ledenvergaderingen.

Door tenminste twee verenigingen kan een buitengewone A.L.V. worden aangevraagd. Dit moet schriftelijk geschieden, met omschrijving van de redenen van het verzoek en moet zowel door de voorzitter en secretaris van de betreffende verenigingen worden ondertekend. Het bestuur dient binnen 2 weken de vergadering te beleggen.


  1. Bestuursvergaderingen.

Bestuursvergaderingen zijn toegankelijk voor het bondsbestuur en zij die daarvoor zijn uitgenodigd. Het bestuur houdt zonodig tussentijds bestuursvergaderingen zo vaak als voor de goede gang van zaken van de bond noodzakelijk is.



  1. Leiding en uitschrijven vergaderingen.

De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen. Hij ondertekent de door de A.L.V. goedgekeurde notulen en zorgt voor handhaving van statuten en reglementen. Vergaderingen worden door hem in overleg met de secretaris uitgeschreven. Tevens is hij daartoe verplicht, indien 2 bestuursleden en / of  2 verenigingen dit verlangen. Bij ontstentenis van de voorzitter wordt hij vervangen door de 2e voorzitter. Deze heeft dan dezelfde rechten en plichten te vervullen.


  1. Bijeenroepen en  notuleren vergaderingen.

De secretaris is belast met het bijeenroepen van de vergaderingen en het bijhouden van de notulen. Hij voert de correspondentie waarvan hij kopie houdt, bewaart de ingekomen stukken en houdt de mutatie van de ledenlijsten bij. Hij stelt de leden tijdig in kennis, onder vermelding van tijd en plaats, van de te houden vergaderingen. Alle stukken de bond betreffende worden door hem en ,indien nodig, door de voorzitter ondertekend. Bij ontstentenis wordt hij vervangen door de 2e secretaris. 


  1. Financiële middelen.

De penningmeester beheert de gelden en int de contributies  en andere inkomsten. Hij doet de betalingen, indien nodig stelt hij de voorzitter en secretaris daarvan in kennis. Hij doet tegen gespecificeerde en ondertekende kwitanties alle betalingen voor de bond.

Op de A.L.V. doet hij schriftelijk verslag en legt verantwoording af van zijn beheer. De penningmeester is verantwoordelijk voor de onder zijn beheer gestelde gelden, tenzij gevallen van duidelijke overmacht, dit ter beoordeling van de A.L.V. Bij ontstentenis van de penningmeester wordt hij vervangen door de 2e penningmeester. Bij aftreden dient hij al zijn bescheiden, betreffende de bond, binnen 7 dagen over te dragen aan zijn opvolger.


  1. Kascontrole commissie.

Op de eerste algemene ledenvergadering na afloop van de competitie, zal een kascontrolecommissie worden benoemd, volgens rooster.  Deze controleert tenminste 1 maal per jaar en tekent voor akkoord bij goedkeuring.


  1. Vertegenwoordiging A.L.V.

Een vereniging heeft de plicht tot het zenden van een vertegenwoordiging naar de A.L.V. een lid van het hoofdbestuur mag zijn vereniging niet vertegenwoordigen.


  1. Afgevaardigdenvergadering.

Een afgevaardigdenvergadering is een vergadering die bestaat uit afgevaardigden van aangesloten verenigingen. Op deze vergaderingen worden voorstellen gelanceerd en besproken, doch geen besluiten genomen.

Onder een afgevaardigde wordt verstaan de contactpersoon tussen de aangesloten vereniging en het bondsbestuur.


  1. Boete bij afwezigheid vergaderingen.

Indien tijdens een afgevaardigdenvergadering of A.L.V. een half uur na aanvang de afgevaardigde van een vereniging niet aanwezig is, zal aan die vereniging Euro 10,- boete worden opgelegd.


  1. Taken competitieleider.

De taak van de competitieleider bestaat uit:

a. Het opstellen van het competitierooster.

b Het bijhouden van de geschoten wedstrijden.

  1.  Het bijhouden van de persoonlijke gemiddelden.

  2.  De behandeling van protestschoten.

  3.  Het publiceren van de uitslagen en evt. tussenstanden.

  4.  Verslag uitbrengen op de A.L.V.

  5.  Het beschikbaar stellen van competitiegegevens.

  6.  Het organiseren van de Boetebekerfinales en beslissingswedstrijden.

  7.  Verder alles wat nodig is tot het doen slagen van de competitie. Dit alles in opdracht van en in overleg met het bestuur.


Na aftreden moet hij al zijn bescheiden, de bond betreffende, binnen 7 dagen aan zijn opvolger overdragen.


  1. Taken 2e competitieleider.

Bij afwezigheid van de competitieleider wordt hij zijn vervanger.


  1. Besluiten A.L.V.

Besluiten op een A.L.V., worden genomen met meerderheid van stemmen, met inachtneming van art. 16 en 17 van de statuten.

 

  1. Reglementswijzigingen.

Wijzigingen van het huishoudelijk- en wedstrijdreglement, worden indien nodig besproken op een afgevaardigdenvergadering, vóór de eerstvolgende A.L.V.


  1. Stemming over personen.

Over personen wordt schriftelijk gestemd.

 

  1. Stemming uitspraken over verenigingen.

Aan een uitspraak of stemming over een vereniging, kan door de afgevaardigde van de betreffende vereniging niet worden deelgenomen.


  1. Voldoen contributie.

De contributie moet uiterlijk 14 dagen voor aanvang van de competitie per bank voldaan zijn, daar anders deelname aan de competitie niet mogelijk is.


  1. Dubbele inschrijvingen.

Schutters kunnen ingeschreven zijn voor zowel open vizier als diopter, doch zijn dan voor beide inschrijvingen contributie verschuldigd. Indien een schutter bij 1 discipline actief meeschiet en bij de andere discipline reserve is, of bij beide disciplines reserve is, dient slechts 1x de bondscontributie betaald te worden.


Artikel 27.           Nummering opgave viertallen.

Bij het opgeven van de viertallen, voor deelname aan de competitie, moeten de schutters zijn genummerd in volgorde van de teams. Binnen het team dienen de schutters op volgorde van gemiddelde genummerd te worden.  Tot twee weken voor aanvang van de competitie is wijziging nog mogelijk, hetgeen schriftelijk aan de competitieleider moet worden vermeld.


Overige ingedeelde schutters worden aangemerkt als algemeen reserve, doch het is ook mogelijk reserves op te geven voor een bepaald team.

Het bondsbestuur bepaalt de grens waarboven de schutters mogen invallen.


Artikel 28.          Grenzen voor invallers.

De grens waarboven de reserve-schutters mogen invallen wordt bepaald door alle schietpunten van de wedstrijden van de laatste 3 jaar, gedeeld door het aantal wedstrijden, dit zonder minimum aantal wedstrijden.. 


Artikel 29.         Gehandicapte schutters.

Gehandicapte schutters mogen op grond van een medische indicatie of een ontheffing van het hoofdbestuur, mee- schieten in de competitie vrij zittend op een kruk met de voeten op de grond. Deze ontheffing moet elk jaar worden aangevraagd.


Artikel 30.        Onvoorziene voorvallen.

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bondsbestuur.


Artikel 31.        Uitspraak in een geschil.

Binnen 3 weken na uitspraak van het bondsbestuur in een geschil, is beroep mogelijk. De hierna gedane uitspraak in het betreffende geschil door het bondsbestuur is bindend, verder beroep is niet meer mogelijk.

  1. Wedstrijdreglement open vizier


  1. Wedstrijden.

De wedstrijden worden gehouden volgens het competitierooster, staande met een luchtgeweer kaliber 4.5 mm. De richtmiddelen moeten keep en korrel zijn, waarop een beschermer is toegestaan. Elk type geweer, aangedreven door gecomprimeerde lucht of gas conform de specificaties van de maattabel (zie bijlage) zijn toegestaan.

 De schietafstand bedraagt 9 meter en wordt gemeten van de kaart tot de z.g. afstandslijn.

 

Artikel 1a. Munitie.

a) Alleen toegestaan zijn kogeltjes met een kaliber van 4,5 mm., die vervaardigd zijn uit een homogene stof, waarvan het hoofdbestanddeel bestaat uit lood. 

b) De kogeltjes moeten van het z.g. “diabolo”-model zijn en dienen een platte voorzijde te hebben.


Artikel 1b.

Er wordt geschoten op de Streekbondenkaart (S.B.K.) met zes visuelen, de telling loopt van  8 t/m 12. Het schot moet door de lijn zijn. Het visueel gekenmerkt “proef” moet  linksboven worden geplaatst. Op het visueel gekenmerkt “proef” moet eerst één schot gelost worden. Vervolgens de overige visuelen schieten van linksboven  naar rechtsboven, vervolgens van linksonder naar rechtsonder (Z-vorm). Een kaart mag dus maximaal 6 schoten bevatten.

De S.B.K.-kaarten zoals gebruikt voor alle wedstrijden of schietconcoursen, dienen van de W.S.B. te worden betrokken.


Artikel 1b1.

Elk op de kaart zichtbaar schot wordt geteld als gericht schot. Valt een (proef)schot in een andere dan de daarvoor bestemde roos, dan moet dit onmiddellijk worden gemeld. Het schot wordt dan door de wedstrijdleider gemarkeerd.

Zowel de eerste als de tweede kaart moeten 6 schoten bevatten. Voor te veel of te weinig schoten op iedere kaart, wordt een evenredig aantal poedels genoteerd.

Een roos die meer dan 1 schot bevat, mits niet aangetekend,  is ongeldig en wordt als poedel genoteerd. Indien echter de telroos, volgende op of voorafgaande aan de roos met meer dan 1 schot, geen schot bevat en het aantal schoten op de kaart klopt dan wordt, om de schutter niet nog meer te duperen, van de roos met de 2 schoten het hoogste in  punten genoteerd.


Artikel 1c1

Een schot dat de kaart niet raakt moet direct worden overgeschoten. Indien een visueel wordt overgeslagen dan wordt deze met nul punten gewaardeerd en als wél geschoten beschouwd. Indien het proefschot wordt overgeslagen, dan wordt het laagste telschot met 0 punten gewaardeerd. 


  1. Kaartafstand.

Het middelpunt van de kaart 150 cm met een tolerantie van +5 cm/ -10 cm boven de begane grond ten op zichte van het schietpunt-oppervlak van de schutter, gevat in een klem. De afstand tussen naast elkaar gelegen schuttersstandplaatsen moet, hart op hart gemeten, minimaal 70 cm zijn.

De afstand tussen een wand en het midden van de dichtstbijgelegen schuttersstandplaats, moet minimaal 0,40 cm zijn.

De draai-inrichting moet zodanig zijn aangebracht, dat deze gemakkelijk vanuit de schietstand kan worden bediend.


  1. Houding.

  1. De schutter moet met beide voeten staan op het schietpunt-oppervlak of de bodembekleding

  1. Het onderlichaam mag steunen/leunen tegen de tafel of balie van het schietpunt.

  2. Het geweer moet vastgehouden worden met beide handen en worden geplaatst tegen de schouder of bovenarm nabij de schouder, wang en het gedeelte van de borstkas naast de rechter schouder.

  3. Anders gezegd: het geweer mag niet steunen op de jas of borstkas, buiten de rechter borstkas of het gebied van de rechter schouder.

  4. De linker bovenarm en elleboog mogen steunen op de borstkas of op de heup.

  5. Het geweer mag op geen enkel ander punt rusten of dit aanraken.

  6. Het gebruik van een schietriem is bij de staande houding verboden.


Bij linkshandige schutters, dienen in het bovenstaand artikel de begrippen “links” en “rechts” te worden omgedraaid. 

 

  1. Deelname schutters/viertal.

Er wordt geschoten door viertallen.


  1. Uitkomen viertal.

Elk viertal komt in de competitie twee keer tegen elk team uit haar klasse uit en wel 1 keer op eigen baan en 1 keer op de baan van de tegenpartij, tenzij het competitierooster anders aangeeft.


  1. Samenstelling viertal.

De samenstelling van de viertallen zal niet steeds dezelfde behoeven te zijn. Een schutter mag niet vaker dan 5 maal in een hoger geplaatst viertal als invaller worden opgesteld. Indien de schutter vaker wordt opgesteld, dan is teruggaan niet meer mogelijk.


  1. Vervanging schutter.

Een schutter mag de eerste twee competitiewedstrijden altijd worden vervangen door een schutter met een lager gemiddelde. Bij vervanging door een schutter met een hoger gemiddelde dient dit schriftelijk gemeld te worden bij inlevering  van het wedstrijdformulier, bij overtreding zie artikel 14.


  1. Uitwisselen schutters.

De twee laagste viertallen per vereniging mogen hun schutters onbeperkt wisselen.



  1. Terugplaatsing schutter.

De eerste twee wedstrijden mag een schutter uit een hoger geplaatst viertal niet worden teruggeplaatst naar een lager team, tenzij het bondsbestuur hiervoor schriftelijk toestemming geeft. Hierna zullen de tegenstanders van het betreffende team worden geïnformeerd.


Artikel 9a.

Een algemeen reserve mag onbeperkt invallen, mits men zich houdt aan het evt. getal wat achter de naam van de betreffende schutter staat. Er mag dan alleen in hetzelfde team of in een hoger team worden meegeschoten.


  1.  Wedstrijddata.

De wedstrijden worden gehouden op zondag en beginnen om 10.30 uur v.m.


  1. Beschikbaarheid banen.

30 minuten voor aanvang van de wedstrijd moet de schietbaan gebruiksklaar zijn. De thuisclub kan proefschieten tot 10.15 uur, de bezoekers van 10.15 uur tot 10.30 uur.


  1. Aanwezigheid/tijdslimiet schutters.

Om 10.30 uur dienen 3 van de aan een wedstrijd deelnemende schutters van het viertal aanwezig te zijn en de wedstrijd een aanvang te hebben genomen. Door elk lid van een viertal wordt om beurten, te beginnen met de ontvangende vereniging, één kaart geschoten alvorens met de tweede helft te beginnen. Elke schutter schiet twee kaarten. De totaal toegestane tijdslimiet bedraagt maximaal 10 minuten per kaart per schutter. Mocht een schutter onverhoopt niet alle schoten binnen 10 minuten afgevuurd hebben, dan krijgt hij voor het schot dat zich nog in het wapen bevindt, nog 1 minuut tijd. 


  1. Proefschoten na aanvang wedstrijd.

Aan een schutter kan na kennisgeving aan de tegenpartij nog proefschoten worden toegestaan, indien hij uiterlijk 1 uur na roostertijd aanwezig is.


  1. Onvolledig zijn viertal, ongerechtigde schutter

Is één uur na de vastgestelde tijd een viertal zonder gegronde redenen niet volledig, dan wordt het betreffende viertal bestraft met het in mindering brengen van twee wedstrijdpunten en Euro 10, - boete, de tegenpartij wordt tot winnaar verklaard. Dezelfde straf wordt uitgedeeld indien een team met een ongerechtigde schutter deelneemt aan een competitiewedstrijd.

 

  1. Overmacht bij wedstrijd.

Indien door overmacht een wedstrijd te laat begint, mag naast elkaar worden geschoten onder het volgende reglement: De eerste schutter van de thuisclub schiet alleen, daarna de tweede schutter met daarnaast de eerste schutter van de bezoekers, dat gaat zo door tot de laatste schutter van het bezoekende viertal alleen schiet. De kaarten worden gelijk opgezet en afgehaald. De reden van naast elkaar schieten vermelden op het wedstrijdformulier.


  1. Onwel worden schutter.

Indien een schutter onwel wordt en/of niet meer in staat is zelf verder te schieten, kan in overleg met de competitieleider of een dagelijks bestuurslid de wedstrijd opnieuw vastgesteld worden. De door de uitvaller reeds verschoten resultaten worden niet meegeteld. Alle beslissingen hieromtrent dienen in overleg tussen de 4-talleiders genomen worden.


  1. Verplaatsing wedstrijddag vóór vastgestelde datum.

Het is na overeenkomst door betrokken viertallen toegestaan de complete wedstrijd op een andere dag te schieten, doch vóór de vastgestelde datum. Hiervoor is toestemming van de competitieleider noodzakelijk.


  1. Verplaatsing wedstrijddag ná vastgestelde datum.

In uiterste gevallen kan er ná de vastgestelde datum geschoten worden. Hiertoe moet een met reden omkleed verzoek, bij de competitieleider worden ingediend. Door het bondsbestuur zal, in overleg met de betrokken viertallen

en de competitieleider, een nieuwe datum worden vastgesteld. 


  1. Verstrekking wedstrijdbenodigdheden.

Het ontvangende viertal zorgt voor wedstrijdblok, wapen, munitie en kaarten en al wat nodig is bij een wedstrijd. Er mag geschoten worden met eigen wapen en eigen munitie, mits deze voldoet aan art. 1a.


  1. Invullen wedstrijdformulier.

De telling geschiedt door één lid van het ontvangende team, welke op de hiervoor bestemde formulieren de naam van de vereniging, het vijftal, wedstrijdnummer, de datum, het stamnummer, de naam en de voorletters van de schutters, de punten van elk gelost schot, het totaal van elke serie per schutter en viertal, alsmede het totaal der series van elk viertal duidelijk en nauwkeurig invult, beide viertalleiders tekenen voor akkoord. De teamleider is het aanspreekpunt van het team. Een invaller dient op het wedstrijdformulier te worden vermeld op de plaats van de uitvaller. Het bezoekende team ontvangt  na afloop een kopie van het wedstrijdformulier.


  1. Inleveren uitslagen.

Het wedstrijdenformulier moet op wedstrijddagen om 14.00 uur bij de competitieleider ingeleverd zijn. Bij te laat doorgeven van uitslagen is Euro 10, - boete verschuldigd.


  1. Toekennen wedstrijdpunten.

Voor een gewonnen wedstrijd worden twee wedstrijdpunten toegekend, bij gelijk aantal punten, elk vijftal één winstpunt.


  1. Klasse/afdelings winnaar/verliezer.

Het viertal dat het hoogste of het laagste aantal wedstrijdpunten heeft is respectievelijk de klasse- of afdelingshoogste of -laagste en promoveert/degradeert naar een hogere/lagere klasse; tenzij het hoofdbestuur, in overleg met de competitieleider, anders beslist.


  1. Gelijk eindigen.

Bij eindigen met gelijk aantal wedstrijdpunten wordt op een neutrale baan met eigen wapen uitgemaakt wie klasse- of afdelingshoogste is. Bij gelijke stand, is het aantal geschoten 12-en doorslaggevend, daarna het aantal 11-en, etc.

Bij eindigen met gelijk aantal wedstrijdpunten is het teamgemiddelde doorslaggevend wie klasse- of afdelingslaagste is.


  1. Protest over wedstrijdschoten.

Een betwist schot moet door de protesterende viertalleider worden afgetekend en apart worden gehouden, alvorens de volgende kaart geteld wordt. De betwiste kaart moet tegelijk met de wedstrijdformulieren in een envelop bij de competitieleider worden ingeleverd.






  1. Behandeling protestschot.

Een protest over de telling, zal behandeld worden door drie personen, gekozen uit de afgevaardigden, binnen een week aan te wijzen door de competitieleider. Zonodig zullen de viertalleiders gehoord worden. Het protesterende viertal dient een protest in zonder kosten, wordt het protest verloren dan betaald men de kosten, zijnde Euro 10, - per protest. Zie art. 32.


  1. Protest over wapen.

Bij protest over een wapen,  moet het wapen met de kaarten tegelijk met het wedstrijdformulier bij de competitieleider ingeleverd worden.


  1. Onderzoek protest over wedstrijdverloop.

Na gegronde klachten zal het bondsbestuur een onderzoek instellen, hierna uitspraak doen, hetzij voortzetten voorzover is afgesloten, of de wedstrijd ongeldig verklaren en opnieuw vaststellen.


  1. Onderzoeksrecht dagelijks- of bondsbestuur.

Bij een vermeende overtreding heeft het dagelijks- of bondsbestuur alsnog het recht om een onderzoek in te stellen, uitspraak te doen en alsnog boete en/of strafpunten te geven.


  1. Boetes.

Door aanpassingen in andere artikelen is deze komen te vervallen.


  1. Niet nakomen statuten/reglementen.

Mocht een vereniging nalatig blijven aan de in deze statuten en reglementen vastgestelde voorwaarden te voldoen, zal deze door het bondsbestuur een boete kunnen worden opgelegd van ten hoogste Euro 50, -.


  1. Betaling boetes.

Alle geldelijke boetes moeten na aanschrijving door de penningmeester binnen 2 weken per bank of bij de bondspenningmeester tegen  kwitantie zijn voldaan. Daarna wordt de boete met Euro 1, - per week verhoogd.


Artikel 33.           Opgave opgelegd schieten

      Opgave opgelegd schieten wordt alleen bij de opgave vóór het nieuwe seizoen aangevraagd, uiterlijk

      twee weken voor aanvang  van het nieuwe seizoen.

      Het opgelegd schieten is alleen bedoeld voor oudere schutters met een gemiddelde van onder de 100.

      In principe kan niemand zich tijdens het seizoen opgeven als opgelegd schutter, tenzij er een duidelijke medische

      reden is. De betrokken vereniging is verantwoordelijk voor de juistheid van de aanvraag.

      Het WSB-bestuur beslist uiteindelijk. 

               

                Artikel 33a        Zittend schieten

      Dit mag een kruk of stoel [ rolstoel ] zijn , hebben deze armleuningen dan mag daar tijdens het schieten geen                                                                           .     gebruik van worden gemaakt.

      Op de schietlocatie hoeven geen aanpassingen gemaakt te worden voor rolstoelen.

      Aanvraag zittend schieten uiterlijk twee weken voor aanvang van de competitie.

      Dit ter beoordeling van het W.S.B. bestuur.


Artikel 34.            Aftrekregeling O.V. als er een opgelegd gemiddelde is.

      Op basis van het algemeen gemiddelde in de desbetreffende klasse en het opgelegde gemiddelde van het afgelopen

      seizoen van de betrokken schutter, wordt bij elke wedstrijd een aantal punten afgetrokken.

      Deze aftrek staat in het schietboekje vermeld.


Artikel 35.          Aftrekregeling O.V. als er geen opgelegd gemiddelde is.   

      Het bepalen van de handicap is afhankelijk van wanneer een schutter wordt aangemeld, voor aanvang van de

      Competitie, in de loop van de 1e of in de loop van de 2e helft van de competitie.

      Voor schutters die zich voor aanvang van de competitie hebben aangemeld om opgelegd te gaan schieten wordt

      na afloop van de 1e helft de aftrek bepaald o.b.v. de klasse waarin men schiet. De 2e helft van de competitie wordt

      dan geschoten met handicap oftewel aftrek.

      Schutters die om medische reden opgelegd willen gaan schieten dienen zich aan te melden voor aanvang van de 2e   

      helft van de competitie, zodat men de 2e helft opgelegd kan schieten. De aftrek wordt aan het einde van de 

      competitie bepaald en gaat de handicap in bij aanvang van het nieuwe seizoen na opnieuw te zijn aangemeld als 

      opgelegd schutter.

      Meldt men zich aan in de 2e helft van de competitie, dan kan men bij aanvang van het nieuwe seizoen opgelegd

      gaan schieten.


  Artikel 36.         Duur van de ontheffing

      In geval van een tijdelijke blessure dient het seizoen als opgelegd schutter afgemaakt te worden. De ontheffing en de 

      aftrek worden niet tussentijds ingetrokken.

      

    

      



  1. Wedstrijdreglement diopter


  1. Wedstrijden.

De wedstrijden worden gehouden volgens het competitierooster, staande met een luchtbuks kaliber 4,5 mm. De richtmiddelen moeten diopter en korrel zijn, waarop een beschermer is toegestaan. Elk type geweer, aangedreven door gecomprimeerde lucht of gas conform de specificaties van de maattabel (zie bijlage) zijn toegestaan.

De schietafstand bedraagt 9 meter en wordt gemeten van de kaart tot de z.g. afstandslijn.


  1. Schietbanen. 

 Het middelpunt van de kaart 150 cm met een tolerantie van +5 cm/ -10 cm boven de begane grond ten op zichte van het schietpunt-oppervlak van de schutter, gevat in een klem. De afstand tussen naast elkaar gelegen schuttersstandplaatsen moet, hart op hart gemeten, minimaal 70 cm zijn.

De afstand tussen een wand en het midden van de dichtstbijgelegen schuttersstandplaats, moet minimaal 0,40 cm zijn.

De draai-inrichting moet zodanig zijn aangebracht, dat deze gemakkelijk vanuit de schietstand kan worden bediend.


  1. Wapens en richtmiddelen.

Toegestaan zijn alle soorten luchtdrukgeweren die voldoen aan de bepalingen zoals vermeld in de tabel in de bijlage van deze reglementen.


Artikel 3a.

Elk vizier dat geen lens of systeem van lenzen bevat, is toegestaan.


  1. Kaarten.

De enige officiële kaart is de 5-visuelen kaart met de 1 mm. roos, zoals onderstaand omschreven.

  • Afstand hart middelste visueel tot bovenkant kaart: 73 mm.

  • Afstand hart middelste visueel tot zijkant kaart: 100 mm.

  • Afstand hart middelste visueel tot hart overige visuelen: 60 mm.

  • Afstand hart visueel 1 tot hart visueel 2: 95 mm.

  • Afstand hart visueel 4 tot hart visueel 5: 95 mm.

  • Afstand hart visueel 1 tot hart visueel 4: 74 mm.

  • Afstand hart visueel 2 tot hart visueel 5: 74 mm.


Een visueel is verdeeld in 10 cirkelvormige zones, tellend van 10 tot en met 1. De zone van 10 is een witte punt met een diameter van 1 mm. De zones 9 tot en met 4 zijn zwart en vormen een spiegel met een diameter van 31 mm. De zones binnen de spiegel worden gescheiden door witte cirkels. De zones buiten de spiegel door zwarte cirkels.

De buiten diameters der zones zijn:


 

9 -6 mm.

 

6 - 21 mm.

 

3 - 36 mm.

 

8 - 11 mm.

 

5 - 26 mm.

 

2 - 41 mm.

 

7 - 16 mm.

 

4 - 31 mm.

 

1 - 46 mm.


In de zones van de 8 tot en met de 1 zijn de kleine cijfers, in kruisvorm gedrukt.



  1. Kleding en schoeisel.

De schutter is vrij in de keuze van zijn kleding, indien er van schietsportartikelen gebruik gemaakt wordt, gelden de volgende bepalingen:


Schietkleding:

Alle schietkleding wordt gemeten onder een druk van 5 kg. Het apparaat waarmee wordt gemeten moet een boven- en een onderoppervlak hebben van 30 mm. Daartussen wordt het betreffende kledingstuk buiten de naden gemeten.


Schietjas en schietbroek:

De speciale schietjas mag niet voorzien zijn van binnenzakken, aan de voorkant mag zich één zak bevinden. Schietbroeken mogen niet voorzien zijn van zakken.

Het materiaal dat wordt gebruikt mag een dikte hebben van enkel gemeten 2,5 mm., dubbel 5,0 mm.

Opvulstukken aan de mouwen, schouder, pijpen en zitvlak enkel gemeten 10 mm., dubbel 20 mm.

 

Schiethandschoen:

Het  materiaal dat wordt gebruikt mag niet dikker zijn dan 12 mm.

De lengte mag de 50 mm. voorbij de pols niet overschrijden.


Schietschoenen:

De hoogte mag maximaal 2/3 zijn van de lengte van de zool.

De zool mag maximaal 10 mm. dik zijn en de hak 30 mm.

Het materiaal van de schoen mag maximaal 4 mm. dik zijn.

Normale type schoenen en lichte sportschoenen mogen ook gebruikt worden.


Broekriem:

De breedte van de riem moet  maximaal 40 mm. zijn en de dikte 3 mm.

De sluiting van de broekriem mag niet gebruikt worden voor het ondersteunen van het geweer.



  1. Baanreglement.

a. Ook op de diopter-kaart dient op één visueel één schot geschoten te worden, de volgorde wordt vrijgelaten.

  1. Worden op een kaart meer dan het voorgeschreven aantal treffers geconstateerd, dan vervalt:

* bij zes treffers in de visuelen: dit visueel als nul.

* bij vijf treffers in de visuelen en één erbuiten: de laagste treffer van de kaart.

* bij meer dan zes treffers in de visuelen: de gehele kaart.

Indien een kaart niet meer dan de vijf reglementair toegestane treffers telt, waarbij in slechts één visueel treffers  gevallen zijn (op één der visuelen werd dus niet geschoten) dan is deze kaart geldig.

  1. Indien een kaart niet meer dan de vijf reglementair toegestane treffers telt,   waarbij in slechts in één visueel twee treffers gevallen zijn (op één der visuelen werd dus niet geschoten) dan is deze kaart geldig.

  2. Bij de beoordeling van een schot geldt de hogere waardering, als tussen het schotmaatje en de naastliggende ring geen zwart c.q. wit meer zichtbaar is.

  3. Schoten die minder dan 1 mm van een ring zijn verwijderd, moeten met een schotmaatje worden gecontroleerd (het schotmaatje doet het eventueel terugveren van papiervezels in het schotgat teniet en geeft de juiste waardering van het schot aan)


  1. Tijdslimieten.

Iedere schutter ontvangt 1 proefkaart + 3 wedstrijdkaarten. Deze worden als volgt geschoten: eerste ronde: evt. 1 proefkaart + 1e wedstrijdkaart; hiervoor staan 8 minuten.

Tweede ronde: 2e en 3e wedstrijdkaart, hiervoor staan 10 minuten.

Mocht een schutter onverhoopt niet alle schoten binnen 10 minuten afgevuurd hebben, dan krijgt hij voor het schot dat zich nog in het wapen bevindt, nog 1 minuut tijd.


  1. Toegestane hulpmiddelen.

De loop mag een maximale straal van 30 mm. Hebben, gemeten vanuit het midden van de loop.


  1. Bij 3 schutters in het laagste viertal.

Er wordt geschoten door 4-tallen; doch het laagst geklasseerde 4-tal van de deelnemende verenigingen, mag uitkomen met 3 schutters. Deze 3 schutters dienen dan 1 kaart extra te schieten, deze resultaten tellen echter niet mee voor het persoonlijk gemiddelde. Dit dient op het wedstrijdformulier vermeld te worden. 


Artikel 10.            Aftrekregeling Diopter  Opgelegd schieten                                                                 

      Voor de diopter-schutters gelden dezelfde regels, met dien verstande dat het WSB-bestuur de aftrek hier   

      voor iedere aanvraag apart bepaalt.  


Artikel 11.            Aanvulling reglementen.

Naast de art. 1 t/m 9 van het wedstrijd reglement diopter gelden onverkort de art.1a, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9, 9a, 10, 11, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33,33a  en 36 van het wedstrijd reglement open vizier.

  1. Prijzen


  1. Hoofdklasse.

Voor de kampioenen van de W.S.B., in de hoofdklasse open vizier en diopter, is een wisselbeker beschikbaar. Deze beker moet 3x achteréén of 5x in totaal zijn gewonnen om deze te mogen houden.


  1. Ingraveren wisselbeker.

De namen van de jaarlijkse kampioenen zullen in de beker worden gegraveerd totdat de beker in definitief bezit is gekomen van een vereniging.


Bij het behalen van een kampioenschap in één der hoofdklassen wordt een medaille met inscriptie uitgereikt, welke door geen enkele vereniging aangesloten bij de W.S.B. in gelijke uitvoering of model mag worden uitgegeven. Op de A.L.V. na afloop van de competitie wordt de wisselbeker aan bovenstaande kampioenen uitgereikt, welke na afloop van het volgende competitiejaar bij de competitieleider ingeleverd moet worden.


De vereniging die de beker in zijn bezit heeft is verantwoordelijk voor de beker en zijn onderhoud.


Voor de kampioenen in de overige klassen is er eremetaal als beloning.


Voor elke hoogste schutter in zijn of haar klasse is een herinneringsprijs beschikbaar.


Om voor een persoonlijke prijs in aanmerking te komen moet minstens ¾ van de wedstrijden zijn geschoten, waarvan de helft uitwedstrijden.


Alle geschoten wedstrijden worden te samen geteld. Indien in meerdere vijftallen is uitgekomen, geldt de prijs voor de klasse of afdeling waarin hij de meeste wedstrijden heeft geschoten


Regeling prijzen maximale score per klasse:

Open vizier: H -klasse 4 x 120

A- klasse 3 x 120

B -klasse 2 x 120

C- ,D-.E- en F-klasse 1 x 120



Diopter: elke klasse 1 x  50

  1. Algemene regelen


  1. Erkenning reglement.

Ieder schutter is aan het schiet- en wedstrijdreglement onderworpen en erkent dit door zijn deelname. In elk schietlokaal moet een actueel reglement aanwezig zijn. De plaatselijke politieverordening alsmede de hinderwet moeten in acht worden genomen.


  1. Schorsingen en  misdragingen.

Een vereniging die zich niet kan of wil neerleggen bij een uitspraak kan gedurende de lopende competitie, geheel of per vijftal, worden geschorst, evenals hij/zij die zich persoonlijk misdraagt.



  1. Leiding wedstrijd.

Tijdens de gehele wedstrijd dienen de teamleiders (of vervangers) aanwezig te zijn. De teamleiders zijn te allen tijde verantwoordelijk voor een correct wedstrijdverloop.


  1. Uit- en inpakken wapens.

Tijdens de wedstrijden dienen de te gebruiken wapens op de schietbaan aanwezig te blijven, zij mogen hiervan niet worden verwijderd. Het uit- en inpakken van wapens dient op de schietbaan te gebeuren. 


Artikel 4a.

De wapens waarmee niet geschoten wordt, dienen deugdelijk en veilig te worden opgeborgen in een geweerrek aanwezig op de baan. Deze mogen niet voorzien zijn van munitie of gespannen zijn. Er dienen voldoende geweerrekken aanwezig te zijn.


  1. Laden wapen.

Tijdens het laden van het wapen en tijdens het schieten mogen er zich geen personen bevinden tussen het wapen en het doel waarop geschoten wordt. Tijdens het laden dient de loop van het wapen gericht te blijven in de richting van het eigen doel, dan wel loodrecht omhoog. Wordt tijdens de schietoefening het wapen “afgezet” dan dient het wapen zich in verticale toestand te bevinden met de kolf op tafel, dan wel dient de loop van het wapen te rusten op de tafel voor de schutter in de richting van het eigen doel.



  1. Toekenning concoursen.

In één seizoen kan aan maximaal één vereniging een schietconcours worden toegewezen, waarvoor bij de W.S.B. toestemming moet worden aangevraagd.


  1. Aanvragen concoursen.

De aanvraag voor een concours moet minimaal 2 jaar voor aanvang van het betreffende seizoen gedaan worden. De evt. toestemming wordt 1,5 jaar voor aanvang van het concours gegeven.


  1.  Aanvragen concoursen jubilerende verenigingen.

Concoursen aangevraagd ter gelegenheid van het 25-, 40-, 50- of 75-jarig bestaan van de betreffende vereniging gaan voor, mits aan artikel 7 wordt voldaan.


  1. Concoursen

Het concours dient bij voorkeur tussen 1 oktober en 1 maart gehouden te worden


  1. Gemiddelden.

De gemiddelden van de schutters stelt de W.S.B. voor haar leden gratis beschikbaar voor het houden van een concours. 


  1. Nieuwe vereniging.

Een nieuwe vereniging kan lid worden van de W.S.B. en meedoen aan de competitie na ballotage (zie statuten) en dient tenminste over 5 leden en 2 tot 3 reserve-schutters te beschikken.


  1. Nieuwe verenigingsleden.

Nieuwe verenigingsleden welke aan de schietcompetitie willen deelnemen, moeten maandag voorafgaande aan de zondag waarop de wedstrijd zal plaatsvinden, worden opgegeven bij de competitieleider waarbij gelijktijdig de verschuldigde contributie moet worden afgedragen.


  1. Jonge schutters.

De deelnemende schutters moeten 12 jaar of ouder zijn. Schutters tussen 12 en 16 jaar, kunnen alleen onder begeleiding van een volwassene (van de eigen vereniging) deelnemen aan de competitie.


  1. Lid van twee  verenigingen.

Een schutter mag van twee verenigingen lid zijn, mits niet in dezelfde discipline wordt geschoten en bij de eigen vereniging slechts één discipline wordt verschoten.


  1. Overgaan naar andere schietvereniging.

Overgaan van de ene vereniging naar de andere vereniging is niet mogelijk indien hij of zij niet aan zijn financiële verplichtingen aan zijn of haar verlatende vereniging heeft voldaan. Bewijs daarvan te tonen aan de penningmeester van de W.S.B. Deze verplichting verjaart niet.


  1. Veranderen van vereniging tijdens competitie.

Het is tijdens de lopende competitie mogelijk om van de ene vereniging naar een andere vereniging over te gaan, doch men mag niet in de lopende competitie uitkomen.


  1. Betreden wedstrijdlokaal hoofdbestuursleden.

Tijdens de wedstrijden onder auspiciën van de W.S.B. heeft een hoofdbestuurslid de bevoegdheid om het wedstrijdlokaal te betreden.


  1. Rookverbod.

Het is op het schietpunt verboden te roken door schutter en lader.


  1. Mobiele telefoons.

Op het schietpunt dienen mobiele telefoons uitgeschakeld te worden.


  1. Gedrag op de baan.

Schutters en laders dienen zich op de baan dusdanig te gedragen, dat de andere schutters hiervan geen hinder ondervinden.


  1. Onvoorziene voorvallen.

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bondsbestuur.

  1. Reglement boetebeker open vizier en diopter.


De boetebeker wordt jaarlijks tijdens de competitie verschoten.


Selectie: A. groepsindeling open vizier H, A, B, C en D, diopter A en B aan de hand van het resultaat van de 2e wedstrijd 1e helft lopende competitie (d.w.z. 7 viertallen per groep + toevoeging bekerwinnaar vorig seizoen).

  1. Kwart finale: hiervoor geldt de geschoten serie van de 5e wedstrijd 1e helft lopende competitie.

  2. Halve finale: hiervoor geldt de 1e wedstrijd van de 2e helft van de lopende competitie.



Finale:

Deze wordt verschoten in afdelingen. De datum waarop deze finale wordt verschoten wordt bekend gemaakt in het schietboekje, bij voorkeur op de 1e maandag van maart; de aanvang is 20.00u.. Voor elke afdeling zijn dus 2 teams geselecteerd. Er wordt een complete wedstrijd verschoten. Bij gelijk eindigen beslist het aantal 12-en, hierna het aantal 11-10-9-8-en. 


Regeling tijd , baanindeling bij de finale:


Open vizier:

2 kaarten per schutter, 2 viertallen per baan, tijd: 10 minuten per kaart per schutter.


Diopter:

1e helft: 1e wedstrijdkaart, tijd: 6 minuten.

2e helft: 2e en 3e wedstrijdkaart, tijd: totaal 10 minuten.

2 viertallen per baan.


Proefschieten:

Voor beide disciplines geldt: de eerst genoemde op het wedstrijdformulier kan van 19.30 –19.45u. 

proefschieten, de tegenstander van 19.45 –20.00u. 


Boete:

Bij het afzeggen na de kwartfinale en bij het niet op komen dagen op de wedstrijddag: Euro 25,- per team.

  1. Bijlage.



TABEL MATEN LUCHTGEWEER:


Het betreft hier maximum maten. Bij C, D, E, F en J wordt gemeten vanaf de middenlijn

van het geweer.




















A

Lengte korreltunnel voorste vizier

50 mm.

B

Diameter korreltunnel voorste vizier

25 mm.

C

Afstand van het midden van de korreltunnel tot het middelpunt van de loop.

40 mm.

D

Hoogste punt van het voorste gedeelte van de kolf

90 mm.

E

Laagste punt van de pistoolgreep

160 mm.

Het laagste punt van de kolfplaat tot de middellijn van het geweer, met de kolfplaat in z’n laagste stand

220 mm.

G

Diepte van de kromming van de kolfplaat

20 mm.

H

Lengte van de kolfplaat

153 mm.

I

Totale breedte van het voorste gedeelte

60 mm.

J

Maximale afstand van het wanggedeelte tot de middenlijn van het geweer

40 mm.

K

De afstand tussen de buitenkant van de kolfplaat en de buitenkant van de kolf, parallel aan de middenlijn. Dit zowel links als rechts

15 mm.

M

Gewicht inclusief vizieren

5,5 kg.

N

Het voorste vizier mag niet buiten de mond van het geweer uitsteken 

 

O1

De totale lengte van het “luchtgeweersysteem”

850 mm.